Pa-pa-pa-paaa...
Als twaalfjarig jochie hoort Christiaan de onheilspellende Vijfde Symfonie van Gustav Mahler voor het eerst. Het stuk laat hem niet meer los. Het gedonder van de trom! De statige passen van de trompet! Op de platenhoes vindt hij een man in rokkostuum, die met zijn rug naar het publiek staat en een stokje in de hand houdt. Kleine Christiaan doet hem urenlang na, de breinaald van zijn oma in de aanslag, tot hij de violen kan laten huilen op commando - b